De voorbereiding op de fietstocht van vandaag (lunch) en het afbreken van het kampement nemen zo'n twee uur in beslag. Rond een uur of tien ga ik op weg. Na een ruim half uur fiets ik Amli binnen, de laatste grotere plaats voor ik het binnenland in ga. Hier zijn winkels en een supermarkt. Midden in het dorp ga ik linksaf over de brug de rivier over en rijd over een onverharde weg het Gjovdal in.
Onverhard klinkt ruiger dan het is. De onverharde wegen die ik in Noorwegen ben tegengekomen zijn van prima kwaliteit en ook goed onderhouden. Het is geen asfalt, maar je kunt er prima op fietsen. Ze gebruiken er vaak een inheemse grijze leem/grind ondergrond voor, een beetje vergelijkbaar met gravel, maar dan fijner. Zelfs op racefietsbanden zou ik het aandurven er overheen te fietsen (zonder bagage, dat wel).
Van tevoren is bij veel kleinere weggetjes nooit duidelijk wat de ondergrond is. Vaak gaan ze plotsklaps van asfalt over op onverhard. Maar zoals gezegd, voor de fiets maakt het weinig uit, al merk je natuurlijk wel het verschil als er geklommen moet worden.
De weg door het Gjovdal gaat al snel weer over op asfalt. En langzaam vervolg ik mijn weg langs de rivier en een aantal nederzettingen door het dal omhoog. Het stijgingspercentage is, op een paar hellinkjes na, regelmatig en gematigd. Pas na zo'n twee uur fietsen gaat de weg serieus omhoog. Het is na ruim 120 km vanaf de kust de eerste serieuze stijging. Maar na een kilometer of twee omhoog langs een waterval kom je uit bij een hoger gelegen meer. Het enige verkeer dat langs komt is van een paar toeristencampers en de Noren die overal langs de weg hun eigen hutten hebben. Maar het blijft een rustige weg.
Een tijdje later gaat de weg weer flink omhoog om uit te komen bij een veel groter meer. Een stuwmeer deze keer, dat zich prachtig uitstrekt tussen de door het vroegere gletserijs uitgesleten dal dat omgeven is door de gladde bergwanden.
De weg volgt de oevers van het meer een kilometer of dertig zonder er vlak langs te lopen. Een groot deel van de tijd ben je toch op en af aan het fietsen. Aan het einde van het dal, waar het meer ophoudt, begint de weg definitief omhoog te lopen, het dal uit. De weg voert met een flinke klim naar boven, een meter of 800, om aan de andere kant weer helemaal naar beneden te storten naar het Fyresdal met een ander groot stuwmeer - Fyresvatn. Na een bochtige afdaling - prachtige vergezichten - kom je aan de westoever ervan uit in het dorpje Breivik. Ik ben blij dat ik de berg niet van deze kant op hoef, want die lijkt me heel wat zwaarder dan de voornamelijk langzame stijgende klim die ik aan de andere kant gedaan heb, en waar ik de hele dag over heb kunnen doen.
Ten Noorden van het meer in het dorp Fyresdal is een supermarkt. (De meeste supermarkten zijn door de week minstens tot 20.00 uur open (zaterdags tot 18. 00 uur, zondags is alles dicht). Er is geen camping is Fyresdal, dus ik fiets verder noordwaarts langs wegnr 355. Na zo'n 15 kilometer in het dorpje Haugrend kom ik wel langs een camping, waar ik vlak bij het aangrenzende meer de tent opzet, en gebruik kan maken van de keuken om een goede maaltijd te prepareren. In totaal toch wel ruim 100 km gefietst vandaag. Dat brengt het totaal op 180 km.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten